Op 10 juli 2014 heeft het CBb geoordeeld dat een beroepsgrond tardief is aangevoerd en daarom niet kan slagen.
De grond had namelijk, volgens het CBb, al voordat het primaire besluit werd genomen, moeten worden gemeld bij het bestuursorgaan. Het wettelijk kader van dit besluit wordt gevormd door de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000). Het besluit betreft een concessie voor het verrichten van openbaar vervoer. De procedure van een concessieverlening vertoont kenmerken van zowel een ( civiele) aanbestedingsrechtelijke als bestuursrechtelijke procedure. Enerzijds wordt het besluit namelijk genomen na een aanbestedingsprocedure, terwijl anderzijds tegen het concessiebesluit bezwaar en vervolgens beroep open staat. In deze uitspraak komt deze samenloop tussen aanbestedingsrecht en bestuursrecht naar voren. Het bestuursorgaan heeft namelijk in de aanbestedingsdocumentatie opgenomen dat aanvragers onregelmatigheden moeten melden en dat anders sprake is van rechtsverwerking. Deze klachtplicht is zeer gebruikelijk in het aanbestedingsrecht, maar bestaat in het bestuursrecht niet. In AB 2014/336 is deze annotatie bij deze uitspraak verschenen.