Ambtshalve toepassing van de Richtlijn oneerlijke handelsbedingen (in appel). Verduidelijking van het arrest Heesakkers/Voets (2013). Indien de rechter op grond van Unierecht verplicht is om contractuele bedingen te toetsen aan de Richtlijn oneerlijke handelsbedingen, is hij gehouden dat ambtshalve te doen, dus ook indien partijen daarop geen beroep doen (arrest Heesakkers/Voets).
Deze verplichting geldt zowel in eerste aanleg als in appel. De appelrechter moet daarbij zo nodig buiten de grieven en het door de grieven ontsloten gebied treden, maar dient de rechtsstrijd van partijen in appel te respecteren. Een toe- of afwijzing van een vordering in eerste aanleg waartegen in appel niet is opgekomen, hoeft door de appelrechter niet te worden heroverwogen omdat hij vanwege de devolutieve werking van het appel niet bevoegd is over die vordering een oordeel te geven.
> Attachment
Source: JBPr 2016/36, juni 2016