Het verbod op contante betalingen: (g)een rustig bezit
Het is zover: vanaf 1 januari 2026 mogen beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen, zoals winkeliers, contante betalingen vanaf € 3.000 niet langer accepteren. Een bijkomend gevolg is dat een aantal Wwft verplichtingen voor handelaren komen te vervallen. Toch is oplettendheid geboden.
Het verbod op contante betalingen vanaf € 3.000,-1 beoogt het witwassen van contant geld verder terug te dringen. Bijkomend gevolg van het verbod is dat de Wwft-verplichtingen tot het verrichten van cliëntenonderzoek, transactiemonitoring en het melden van ongebruikelijke transacties voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren komen te vervallen. Onder de huidige wetgeving dienen zij bij contante betalingen van meer dan € 10.000 aan deze verplichtingen te voldoen. Met de nieuwe wet wordt het systeem ogenschijnlijk een stuk simpeler. Tot € 3.000 mogen betalingen contant worden aangenomen, vanaf € 3.000 moeten deze worden geweigerd. Een behoorlijke lastenverlichting voor winkeliers. Toch is oplettendheid geboden.
Het verbod op contante betalingen vanaf € 3.000 geldt namelijk voor zowel betalingen in één handeling als voor betalingen door middel van meerdere handelingen waartussen een verband lijkt te bestaan (‘samengestelde transacties’). Dat is op zichzelf begrijpelijk, het zou anders kinderlijk eenvoudig zijn om het verbod te omzeilen door betalingen op te knippen of aankopen te verspreiden over meerdere personen om zo onder de grens van € 3.000 te blijven. Het betekent echter ook dat de handelaar moet nagaan of sprake is van samengestelde transacties. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Het begrip ‘samengestelde transactie’ is namelijk geen vastomlijnd begrip maar een open norm. In de wetsgeschiedenis wordt dit begrip niet nader uitgewerkt en rechtspraak op dit punt is schaars.2 In een recent gepubliceerde Leidraad3 beoogt de Belastingdienst nadere richtlijnen te geven ten aanzien van het verbod op contante betalingen. Daarbij wordt aan de hand van voorbeelden en indicaties ook ingegaan op het fenomeen samengestelde transactie. Dat resulteert in een aantal evidente voorbeelden van samengestelde transacties, zoals meerdere contante deelbetalingen voor de aankoop van één goed, het verzoek om een contante betaling in delen op te splitsen of de aankoop van goederen voor zowel de koper als diens partner waarbij de koper het totaalbedrag contant afrekent. Daarna worden de richtlijnen echter al snel minder concreet. De Leidraad bevat weliswaar “indicaties van samengesteldheid” die “een actieve houding” van de handelaar vereisen om na te gaan of transacties worden opgeknipt, maar waar die houding uit moet bestaan of wanneer indicaties moeten resulteren in de weigering van een contante betaling, is niet uitgewerkt. “Of daadwerkelijk sprake is van samengesteldheid hangt af van de exacte omstandigheden van het geval, die de toezichthouder alleen achteraf kan beoordelen”, aldus de Belastingdienst in een voetnoot.
Daarmee is de handelaar weer op zichzelf aangewezen en niet zonder risico. Het overtreden van het verbod op (samengestelde) contante betalingen levert immers een economisch delict op waarop voor ondernemingen een geldboete staat die kan oplopen tot meer dan een miljoen euro. Het zou zinvol zijn als er concretere richtlijnen komen waaruit volgt hoe handelaren aan de gestelde vereisten kunnen voldoen en hun rol bij de bestrijding van witwassen adequaat kunnen vervullen.
- 1
1f Wwft j° artikel 1 onder 2° WED
- 2
Onder de Anti-Money Laundering Regulation (AMLR) die op 10 juli 2027 in werking treedt, wordt het verbod gehandhaafd en wordt gesproken over een transactie “in verscheidene verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan”.
- 3
Leidraad verbod contante betalingen van € 3.000 of meer, www.belastingdienst.nl