Consultatie voorontwerp Wet 'bedenktijd beursvennootschappen' en overige ontwikkelingen ten aanzien van de bescherming van vitale sectoren

Article
NL Law

In onze Corporate Updates van 18 januari en 12 juli 2018 behandelden wij de toegenomen aandacht, zowel in Nederland als in Europees verband, voor bescherming van beursgenoteerde vennootschappen tegen ongewenste overnames en bescherming van vitale economische sectoren. In deze Corporate Update geven wij een beknopt overzicht van de laatste ontwikkelingen.

Consultatie voorontwerp Wet 'bedenktijd beursvennootschappen'

Op 7 december 2018 is het langverwachte voorontwerp Wet 'bedenktijd beursvennootschappen' in consultatie gebracht. De consultatietermijn loopt tot en met 7 februari 2019. De hoofdlijnen van de voorgestelde regeling zijn als volgt:

  • rechtspraak (ABN Amro, ASMI, Fugro) waarin is bepaald dat het bestuur beslist over het beleid en de strategie van de vennootschap, wordt gecodificeerd;
  • het bestuur kan een wettelijke bedenktijd inroepen als: 
  1. een of meer aandeelhouders of certificaathouders met een belang van ten minste 3% het bestuur verzoekt om een voorstel tot benoeming, schorsing of ontslag van een bestuurder of commissaris of een voorstel tot wijziging van een of meer statutaire bepalingen die daarop betrekking hebben op de agenda van de algemene vergadering te plaatsen;
  2. een of meer aandeelhouders of certificaathouders met een belang van ten minste 10% de voorzieningenrechter verzoekt om machtiging voor het bijeenroepen van een algemene vergadering en de te behandelen onderwerpen zien op een voorstel tot benoeming, schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen, of een voorstel tot wijziging van een of meer statutaire bepalingen die daarop betrekking hebben; of 
  3. een openbaar bod wordt aangekondigd of uitgebracht zonder dat daarover met de vennootschap overeenstemming is bereikt,

én deze verzoeken of het openbaar bod naar het oordeel van het bestuur wezenlijk in strijd zijn met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming;

  • het besluit van het bestuur tot het inroepen van de bedenktijd moet worden goedgekeurd door de RvC; in geval van een one-tier board is het bestuur bevoegd;
  • een of meer aandeelhouders of certificaathouders met een belang van ten minste 3% kunnen de Ondernemingskamer verzoeken om de bedenktijd te beëindigen waarbij de Ondernemingskamer toetst of het bestuur in redelijkheid heeft kunnen komen tot het inroepen van de bedenktijd om de continuïteit van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming te waarborgen;
  • de bedenktijd geldt voor een termijn van ten hoogste 250 dagen, gerekend vanaf de dag na de indiening van een verzoek zoals hierboven onder i of ii genoemd, dan wel gerekend vanaf uiterlijk de dag nadat het openbaar bod is uitgebracht;
  • het bestuur kan altijd besluiten de bedenktijd eerder te beëindigen, en de bedenktijd eindigt in ieder geval op de dag na de gestanddoening van het openbaar bod; 
  • tijdens de bedenktijd verzamelt het bestuur alle informatie die nodig is voor een zorgvuldige beleidsbepaling, bijvoorbeeld door onderzoek te laten verrichten of gesprekken te voeren met potentiële gegadigden voor een gehele of gedeeltelijke overname van de onderneming, en in ieder geval raadpleegt het bestuur de aandeelhouders of certificaathouders met een belang van ten minste 3% en, indien aanwezig, de RvC en de ondernemingsraad;
  • het bestuur doet verslag van het gevoerde beleid en de gang van zaken sinds het inroepen van de bedenktijd en het verslag wordt bij de oproeping van de eerstvolgende algemene vergadering na het verstrijken van de bedenktijd vermeld als onderwerp ter bespreking.

Bescherming van vitale sectoren

Het kabinet voert momenteel ex-ante-analyses uit in vitale sectoren (energie, ict/telecom, drinkwater en water, transport, chemie, nucleaire sector, financiële sector, openbaar bestuur, defensie), om risico’s voor de nationale veiligheid bij overnames door buitenlandse partijen in kaart te brengen. Aan de hand van deze analyses wordt bepaald of het bestaande instrumentarium van de overheid voldoende waarborgen biedt. De verwachting was dat deze analyses uiterlijk in het eerste kwartaal van 2018 zouden zijn afgerond. De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in zijn brief van 29 maart 2018 aan de Tweede Kamer laten weten dat deze analyses nagenoeg waren afgerond en dat medio 2018, in de voortgangsbrief over economische veiligheid, de uitkomsten aan de Tweede Kamer zouden worden voorgelegd. Het is niet duidelijk of deze analyses inmiddels zijn afgerond en de voortgangsbrief is nog niet gepubliceerd.

Voorontwerp Wet 'ongewenste zeggenschap telecommunicatie' 

Vooruitlopend op de ex-ante-analyses in de vitale sectoren, is begin 2017 voor de telecomsector een voorontwerp Wet 'ongewenste zeggenschap telecommunicatie' geconsulteerd. In zijn brief van 18 april 2018 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer laten weten dat in het wetsvoorstel dat uiteindelijk is voorgelegd aan de Raad van State (nog niet openbaar), een meldplicht wordt geïntroduceerd voor een partij die een Nederlands telecommunicatiebedrijf wil overnemen en daardoor relevante invloed in de telecommunicatiesector kan krijgen. De geplande overname moet vooraf worden gemeld bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In het Verslag van het Algemene Overleg van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat op 17 oktober 2018 heeft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer laten weten dat het advies van de Raad van State inmiddels binnen is en wordt verwerkt, en dat het wetsvoorstel naar verwachting begin 2019 wordt ingediend.

Concept Verordening tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie 

In september 2017 publiceerde de Europese Commissie een concept Verordening ter bescherming tegen overnames van bedrijven die voor Europa van strategisch belang zijn. Met het voorstel beoogt de Europese Commissie een nieuw EU-kader in te voeren voor toetsing van buitenlandse investeringen op de aspecten nationale veiligheid en openbare orde.

Op 20 november 2018 hebben het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie een politiek akkoord bereikt over de concept Verordening die nu definitief moet worden vastgesteld door het Europees Parlement en de Europese Raad. Plenaire behandeling in eerste lezing door het Europees Parlement staat op dit moment geagendeerd voor 11 februari 2019.

De hoofdlijnen van het kader zijn als volgt:

  • er wordt een samenwerkingsmechanisme opgezet waardoor de lidstaten en de Europese Commissie informatie kunnen uitwisselen en specifieke zorgen bij elkaar onder de aandacht kunnen brengen;
  • de Europese Commissie krijgt de mogelijkheid om adviezen uit te brengen in zaken waarbij verschillende lidstaten zijn betrokken, of wanneer een investering gevolgen kan hebben voor een project of programma dat van belang is voor de gehele EU;
  • internationale samenwerking op het gebied van beleidsvorming voor screening van investeringen wordt aangemoedigd, bijvoorbeeld door het delen van ervaringen, 'best practices' en informatie over investeringstrends;
  • bevestigd wordt dat nationale veiligheidsbelangen onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen en dat de lidstaten hun bestaande evaluatiemechanismen kunnen handhaven, nieuwe mechanismen kunnen invoeren, of ervoor kunnen kiezen om af te (blijven) zien van dergelijke nationale mechanismen;
  • bevestigd wordt dat de lidstaten uiteindelijk zelf beslissen over de vraag of een bepaalde investeringsoperatie al dan niet moet worden toegestaan op hun grondgebied;
  • er wordt rekening gehouden met de noodzaak om te werken met korte, ondernemingsvriendelijke termijnen en met inachtneming van strikte vertrouwelijkheid.

Het kabinet werkt daarnaast aan een nieuwe strategie om risicovolle bedrijfsovernames door China tegen te gaan. Begin november 2018 merkte de minister van Economische Zaken en Klimaat bij het debat over zijn begroting in de Tweede Kamer op dat de regering in het voorjaar van 2019 zal komen met een nieuwe China-strategie, aangezien het kabinet zich zorgen maakt over de toenemende Chinese invloed in Nederland. Wat deze strategie precies zal inhouden is nog niet bekend. Het kabinet heeft wel aangekondigd dat zij spionage en oneerlijke handelspraktijken door Chinese bedrijven harder wil aanpakken. Onderdeel daarvan is dat het kabinet zich in ieder geval binnen de EU ervoor zal inzetten dat staatssteunregels voor lidstaten ook gaan gelden voor China.