Ondanks dat het feitencomplex in deze zaken tot op zekere hoogte vergelijkbaar is (de betrokken werknemers zijn langere tijd vermist en onbereikbaar), is de grondslag voor de ontbinding verschillend is, namelijk enerzijds ontbinding wegens wanprestatie en anderzijds ontbinding op de h- of de e-grond. Tegen deze achtergrond is er voldoende reden om de plaats en het bestaansrecht van de ontbinding wegens wanprestatie ex artikel 7:686 BW binnen de Wwz aan de orde te stellen.
Nu het beoordelingskader voor de rechter bij de verschillende grondslagen verschillend is, is een belangrijke vraag in welke gevallen de ontbinding wegens wanprestatie toelaatbaar is. Er kunnen zich immers tal van samenloop- en afbakeningsvragen voordoen, bijvoorbeeld wanneer sprake is van samenloop met de e-grond of met de h-grond. Volgens Astrid Helstone is er daarom alle reden tot een nadere bezinning over de plaats en rol van artikel 7:686 binnen het huidige ontslagrecht: de fundamentele vraag hoe de ontbinding wegens wanprestatie zich verhoudt tot het gesloten systeem van het ontslagrecht is een onderwerp voor nader onderzoek.