De vraag of de onregelmatigheidstoeslag moet worden meegeteld bij de berekening van het vakantieloon, heeft in de afgelopen periode de deur opengezet voor een groeiend aantal procedures. In de praktijk zal steeds een analyse moeten worden gemaakt van de verschillende looncomponenten en de intrinsieke samenhang van de werkzaamheden om vast te stellen of die meetellen bij de berekening van het vakantieloon.
Een interessante vraag die in de zaak bij het Hof Den Haag nog aan de orde kwam, is of de onregelmatigheidstoeslag buiten beschouwing kan worden gelaten voor de berekeningsgrondslag van bovenwettelijke vakantiedagen. Nu artikel 7:645 BW uitdrukkelijk bepaalt dat de vakantieregeling van dwingend recht is en er niet in een wettelijke mogelijkheid is voorzien om een restrictiever loonbegrip te hanteren voor het bovenwettelijk deel, is de conclusie van het Hof Den Haag hier volgens Astrid Helstone terecht. Werkgevers moeten zich dus realiseren dat bovenwettelijke vakantiedagen op dezelfde manier gewaardeerd worden als het wettelijk minimum aantal vakantiedagen: de kosten voor het totale vakantieloon kunnen hierdoor behoorlijk oplopen.