De parlementaire behandeling van de Wwz die per 1 juli 2015 in werking trad, maakte al duidelijk dat de wetgever een aantal vragen aan de rechtspraak zou overlaten. Op 11 mei 2015 verscheen dan het Ontslagbesluit in de Staatscourant. Na kennisname daarvan kan geconstateerd worden dat er nog een heel gebied aan vragen is bijgekomen.
De kern van het probleem is dat de wetgever enerzijds de ruimte voor het beoordelen van ontslagen enorm heeft willen beperken, maar anderzijds onvoldoende richtlijnen meegeeft aan het UWV en de rechter om dat te doen. Daarbij worden regels over de interpretatie van begrippen als bedrijfseconomische omstandigheden en passende arbeid, en over de c- tot en met h-gronden node gemist. Het gevolg is wat auteur betreft een halfbakken compromis met nog meer procesrisico’s dan zich al eerder liet aanzien.
Eerst geeft de auteur een kort overzicht van de relevante Wwz-wijzigingen. Daarna behandelt hij de plaats die de Ontslagregeling in het Wwz-gebouw inneemt en de inhoud van de regeling. Daarna volgt een korte beschrijving van hoe de ontslagregels voorheen waren gestructureerd. Vervolgens wordt stilgestaan bij de gevolgen voor de toetsing van de a-grond door het UWV en de beoordeling van ontbindingsverzoeken op de c- tot en met h-grond door de rechter.
- Klik hier voor dit artikel in NJB 2015/1189 en klik hier voor het bijbehorende naschrift in NJB 2015/1679.