Subsidieregeling voor zero-emissietrucks: een eerste AanZET tot verduurzaming van de transportsector

Article
NL Law

Het is de Europese transportsector – anders dan alle andere economische sectoren in de Europese Unie – niet gelukt om zijn broeikasgasemissies te reduceren ten opzichte van het niveau in 1990. Sterker nog: uit cijfers van het Europees Milieuagentschap blijkt dat de broeikasgasemissies van de transportsector in 2017 met bijna 30% waren toegenomen ten opzichte van het niveau in 1990.

De transportsector is dus aan zet om de op Unieniveau uitgesproken ambities (in 2030 een reductie van 55% ten opzichte van het niveau in 1990) te behalen. In dit blogbericht gaan wij in op een stap in de goede richting van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: de ‘Staatssecretaris’): de op 9 mei 2022 in werking getreden Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET (hierna: ‘AanZET’).

Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET

Per 1 januari 2025 zullen circa 30 tot 40 van Nederlands grootste gemeenten zero-emissiezones (hierna: ‘ZE-zones’) invoeren (zie hier een overzicht met een actuele stand van zaken). De overgangstermijn voor EURO-IV-dieselvrachtwagens eindigt in 2030. Onderzoeksbureau Panteia heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat becijferd dat er in 2030 circa 11.500 zero-emissievrachtwagens (hierna: ‘ZE-vrachtwagens’) nodig zijn om de ZE-zones in de steden te bevoorraden. ZE-vrachtwagens zijn op dit moment onrendabel. Als vervoerbedrijven tot het allerlaatste moment wachten met de aanschaf van ZE-vrachtwagens, zullen er in 2029 ernstige marktverstoringen optreden. Om die marktverstoringen te voorkomen heeft de Staatssecretaris besloten AanZET vast te stellen en de aanschaf van ZE-vrachtwagens te subsidiëren.

Subsidie voor wie?

De subsidie kan worden aangevraagd door alle ondernemingen en non-profitinstellingen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en een vestiging in Nederland hebben.

Subsidie waarvoor?

Op grond van de AanZET kan subsidie worden verkregen voor de aanschaf van nieuwe emissieloze vrachtauto’s. Onder aanschaf wordt naast koop ook financial lease verstaan. Een emissieloze vrachtauto is een motorvoertuig dat volledig emissieloos is, uitsluitend wordt voortgedreven door een elektromotor en valt onder de voertuigcategorie N2 met een gewicht groter dan of gelijk aan 4.250 kg of N3 volgens verordening (EU) 2018/858. Nieuwe emissieloze vrachtauto’s zijn vrachtauto’s waarvan, blijkens de vermelding in het kentekenregister, de datum van eerste toelating, de datum van eerste inschrijving in Nederland én de datum van tenaamstelling exact gelijk zijn.

Hoeveel subsidie?

De hoogte van de subsidie wordt uitgedrukt in een percentage van de meerkosten ten opzichte van een vergelijkbare vrachtwagen met een dieselmotor en is afhankelijk van (i) de voertuigcategorie en (ii) de bedrijfsgrootte van de aanvrager. Voor wat betreft de bedrijfsgrootte van de aanvrager wordt onderscheid gemaakt tussen grote, middelgrote en kleine ondernemingen in de zin van verordening (EU) nr. 561/2014 (hierna: de ‘Algemene Groepsvrijstellingsverordening’):

 

Image

Deze subsidiepercentages zijn lager dan de maximaal toegestane steunintensiteit op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Dat heeft te maken met het feit dat de AanZET ervan uitgaat dat voor de ZE-vrachtwagens waarvoor subsidie wordt aangevraagd óók gebruik wordt gemaakt van het fiscale voordeel van de milieu-investeringsaftrek. Let erop dat binnen drie maanden na de investering (= aanschaf ZE-vrachtwagen) melding moet worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: ‘RVO’) om voor die aftrek in aanmerking te komen. De minister voor Economische Zaken en Klimaat (hierna: de ‘Minister’) heeft overigens diezelfde RVO gemandateerd om besluiten te nemen over de AanZET. Als de RVO namens de Minister subsidie verleent, wordt gelijktijdig met de subsidieverlening 90% van het subsidiebedrag als voorschot verstrekt.

Om uitputting van het beschikbare budget (EUR 13,5 miljoen in 2022) door één of enkele partijen te voorkomen, bevat de AanZET een verplichte weigeringsgrond voor het geval waarin de aanvraag wordt gedaan door een aanvrager aan wie of aan wiens groepsentiteiten in een kalenderjaar reeds voor 20 of meer voertuigen subsidie is verstrekt. Dit is een subsidieplafond dat is geregeld in artikel 4:25 Awb. Het bedrag wordt verdeeld op grond van “wie het eerst komt, het eerst maalt”. Het is dus voor een onderneming zaak om zo snel mogelijk een aanvraag in te dienen die volledig is. Komen er op een dag zoveel aanvragen binnen dat op die dag het plafond is bereikt, dan wordt er geloot (artikel 1.6 lid 3 AanZET).

Enige belangrijke zaken om in het oog te houden bij het aanvragen van de subsidie

De toelichting op de AanZET vermeldt dat zij ‘techniekneutraal’ is. Daarmee is bedoeld dat een onderneming subsidie kan krijgen voor zowel batterij-elektrische ZE-vrachtwagens, als waterstof-elektrische ZE-vrachtwagens, als eventueel andere nog te ontwikkelen zero-emissietechnologieën. Kiest een aanvrager overigens voor een batterij-elektrische ZE-vrachtwagen dan zal hij zich er evenwel op bedacht moeten zijn dat artikel 2.1, onderdeel d, AanZET bepaalt dat het accupakket géén lood mag bevatten.

Verder is van belang dat uit artikel 2.1 AanZET volgt dat een onderneming pas een subsidieaanvraag kan indienen nadat zij een overeenkomst tot aanschaf van een of meer ZE-vrachtwagens heeft gesloten met de verkoper of financial lessor daarvan. Die overeenkomst mag overigens op het moment van de aanvraag géén onherroepelijke verplichtingen bevatten. Deze voorwaarde hangt samen met het gegeven dat de AanZET is vormgegeven binnen de staatssteunkaders van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. De Algemene Groepsvrijstellingsverordening is slechts van toepassing op steun die een stimulerend effect heeft. Wanneer reeds onherroepelijke verplichtingen bestaan op het moment dat de subsidieaanvraag wordt ingediend, kunnen bij dat stimulerende effect vraagtekens worden geplaatst. Volgens ons ligt het daarom voor de hand om in de overeenkomst tot aanschaf van de ZE-vrachtwagen in elk geval een ontbindende voorwaarde op te nemen dat subsidie op grond van de AanZET wordt ontvangen.

De AanZET bevat een belangrijke verplichting. Op grond van artikel 3.2 AanZET is de subsidieontvanger verplicht om de ZE-vrachtwagens gedurende een termijn van vier ononderbroken jaren op zijn naam gesteld te houden in het kentekenregister. Of de aanvrager aan deze verplichting voldoet beoordeelt de Minister in veel gevallen pas ná het besluit tot subsidievaststelling. De aanvrager moet namelijk binnen één jaar na de subsidieverleningsbeschikking een aanvraag tot vaststelling doen. Verkoopt de aanvrager zijn vrachtauto tóch binnen een termijn van vier jaar dan bepaalt artikel 2.10 AanZET dat de Minister de subsidievaststelling kan wijzigen. Dit gebeurt pro rata met toepassing van artikelen 4:49 en 4:57 Awb. Het teveel betaalde kan de Minister dan terugvorderen. Het betreft in beide gevallen een discretionaire bevoegdheid. De gewijzigde vaststelling en de terugvordering zijn dus geen vanzelfsprekendheid. De toelichting op de AanZET geeft geen concrete voorbeelden van gevallen waarin niet tot gewijzigde vaststelling en terugvordering zal worden overgegaan. Zij wijst in algemene zin slechts op gevallen van overmacht. Wij kunnen ons voorstellen dat wanneer een ZE-vrachtwagen binnen de vierjaarstermijn buiten de schuld van de aanvrager onherstelbaar beschadigd raakt, het niet voor de hand ligt om de verleende subsidie terug te vorderen.

Conclusie

Wij zijn benieuwd naar in hoeverre de AanZET vervoersondernemingen ertoe zal aanzetten om (ruim) voor 2030 te investeren in ZE-vrachtwagens. De investeringsbereidheid zal in grote mate afhangen van het antwoord op de vraag of de AanZET volstaat om de investering in ZE-vrachtwagens rendabel te maken. Mocht dat niet het geval blijken, dan komen de kosten van de transitie voor rekening van de vervoersondernemingen, tenzij de overheid als ‘aanjager’ van de energietransitie méér moet doen om die transitie echt van de grond te brengen. Duitsland heeft dat bijvoorbeeld al gedaan. De Europese Commissie heeft op 22 juli 2021 goedkeuring verleend aan een Duitse steunmaatregel die tot 80% van de meerinvesteringskosten van ZE-voertuigen vergoedt.