Jan van Oosten over formatieplannen bezwaar- en beroepsprocedures: 'Weet wat je weggooit'
Jan van Oosten was te gast bij BNR Nieuwsradio om te spreken over de plannen van D66 en CDA om te schrappen in bezwaarprocedures tegen bouwprojecten. In het gepresenteerde formatiedocument staat dat de partijen een einde willen maken aan het eindeloos indienen van bezwaren. Maar dat is nog niet zo eenvoudig.
Bezwaar heeft een functie
Bezwaar maken tegen een vergunning vervult een belangrijke functie in het systeem. Zonder bezwaarmogelijkheid komen alle vergunningen ongefilterd bij de rechter terecht. De werkdruk wordt dan simpelweg verschoven van de bezwaarfase naar de rechter, zonder dat dit per se tot meer efficiëntie leidt. Volgens de formatieplannen zou er nog maar één beroepsmogelijkheid overblijven: direct naar de Raad van State. Dit kan het systeem echter juist zwaarder belasten. De tussenliggende toets door de rechtbank vervalt dan, waardoor alle zaken bij één instantie terechtkomen. Of dit tot versnelling leidt, valt te betwijfelen: zoveel mensen werken er ook weer niet bij de Raad van State en die zullen worden overladen met ongefilterde beroepsdossiers.
Alternatieve oplossingen
Het systeem kan op andere manieren worden verbeterd. Een gedifferentieerde aanpak zou uitkomst kunnen bieden: lagere bestuursrechters behandelen eenvoudige besluiten, terwijl de Raad van State zich concentreert op complexe plannen. Bij nieuwbouwprojecten zijn doorgaans zowel een omgevingsplan als een vergunning vereist. Het omgevingsplan – het complexe onderdeel – kan door de Raad van State worden getoetst. Als de vergunning binnen dat kader past, hoeft alleen de rechtbank nog naar dat specifieke besluit te kijken.
Een tweede verbetering ligt in het bundelen van besluiten. Het stapelen van bezwaarprocedures is een direct gevolg van het stapelen van losse vergunningen. Elk afzonderlijk besluit biedt immers een nieuwe bezwaarmogelijkheid. Door besluiten samen te voegen ontstaat één integraal besluit met één procedure. Deze aanpak kan aanzienlijke tijdwinst opleveren. Dat vergt meer werk aan de voorkant, maar zorgt er vervolgens wel voor dat er een compleet pakketje naar de rechter kan.
Sneller bouwen met minder risico
De lage drempel voor bezwaar maken kan projecten aanzienlijk vertragen. Voor een bescheiden bedrag – of zelfs kosteloos – kan een project langdurig worden stilgelegd. Dit komt doordat ontwikkelaars pas starten met de bouw zodra een vergunning onherroepelijk is. Bouwen op basis van een niet-onherroepelijke vergunning brengt het risico met zich mee dat bij vernietiging het gebouw moet worden gesloopt. Dit risico is voor financiers onaanvaardbaar.
In de praktijk is dit risico echter beperkt. Sloop van een gebouw komt vrijwel nooit voor. Een alternatief model zou hier uitkomst kunnen bieden: vergunningen waartegen niet binnen bijvoorbeeld een maand een voorlopige voorziening is aangevraagd of als die voorlopige voorziening is afgewezen, kunnen niet meer worden vernietigd ook al is de vergunning bij nader onderzoek ten onrechte verleend. Wel kan de rechter in dat geval schadevergoeding toekennen aan omwonenden. De vergunning blijft dan in stand en projecten kunnen met aanzienlijk minder risico sneller worden gerealiseerd.
De uitzending is terug te luisteren op de website van BNR.