Bewijslast technische en financiële haalbaarheid rust op het bevoegd gezag bij het opleggen van emissiegrenswaarden aan de onderkant van de emissierange BBT-conclusies (discussie rondom Schone Lucht Akkoord (SLA)).

Article
NL Law

In hoeverre is het voor bevoegd gezagen mogelijk om in een omgevingsvergunning milieu (artikel 2.1 lid 1 onder de Wabo) emissiegrenswaarden op te nemen die (i) verder gaan dan de rechtstreeks werkende regels in het Activiteitenbesluit; (ii) verder gaan dan aangevraagd; en (iii) aan de onderkant van de met BBT geassocieerde emissieniveaus ('BBT-ranges') zitten?

Deze vraag is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden door ontwikkelingen als het Schone Lucht Akkoord (SLA), waarin overheden zich onder meer hebben gecommitteerd om zo 'scherp mogelijke voorschriften' in vergunningen op te nemen conform maatregelen 1 en 2 van het SLA (zie voor een uitgebreidere behandeling van dit onderwerp Collignon & Ypinga, 'Het Schone Lucht Akkoord en strengere emissiegrenswaarden: een juridische kloof tussen ambitie en realisatie', TO 2021/4 en Borgers & Molendijk, 'De lucht geklaard … Aan de slag met resultaatgerichte grenswaarden voor industriële emissies om 50% reductie te bereiken in 2050', TO 2021/4). In de praktijk leidt dat tot discussies over de vraag wat 'zo scherp mogelijk' dan wel mag inhouden. Deze discussie vormde ook aanleiding voor de onderhavige uitspraak.

Auteurs:  A. Collignon en J.H.N. Ypinga

Bron: M en R 2023/106

Publicatiedatum: November 2023