Advocaten die willen deugen
Steeds vaker berichten de media over advocaten(kantoren) die niet meer willen optreden voor bepaalde categorieën cliënten. Zo was er recent nog aandacht voor advocaten die publiekelijk verklaarden dat zij de fossiele industrie zullen weigeren als cliënt/opdrachtgever. Daarbij werd gewezen op de advocateneed en de eigen rol van advocaten in de klimaatcrisis. Het geven van juridische adviezen aan cliënten uit de fossiele industrie zou welhaast misdadig zijn, volgens de betrokken advocaten.
Zulke ferme standpunten trekken niet alleen de aandacht. Zij bevatten ook een venijnige boodschap aan advocaten die wèl optreden voor de fossiele industrie. De boodschap dat zulke advocaten zaken doen die niet rechtvaardig zijn, de klimaatcrisis faciliteren en eigenlijk gewoon “fout” bezig zijn.
Het laat zich raden dat de advocaten die de verklaring hebben getekend toch al geen cliënten uit de fossiele industrie aantrokken. Voor hun eigen dienstverlening betekent het dus weinig of niets. Dat maakt de verklaring nogal gratuite. Alsof ik hier zou verklaren dat ik voortaan cliënten zal weigeren die voor oorlogstribunalen moeten verschijnen, omdat ik tegen oorlogen en oorlogsmisdaden ben. Dat zou lekker makkelijk zijn, omdat ik niet optreed voor oorlogstribunalen en ook niet de ambitie heb om zulke zaken te doen. Desondanks zou ik nooit zo’n verklaring publiceren. Ook oorlogsmisdadigers hebben namelijk recht op een advocaat. Waarom zou ik andere advocaten dan voorhouden dat zij zulke cliënten zouden moeten weigeren? Of dat zij maar beter geen moordenaars, geweldplegers, zedendelinquenten of cliënten uit de drugsindustrie kunnen bijstaan, bijvoorbeeld omdat zulke personen het maatschappelijk veiligheidsklimaat aantasten?
Uiteindelijk maakt het niet zoveel uit welke vorm van onrecht men voor ogen heeft. Het punt is dat de hier bedoelde advocaten op voorhand een hele categorie cliënten willen uitsluiten van de dienstverlening en daar publiekelijk aandacht voor vragen. Omdat zij willen dat anderen hun voorbeeld volgen. Omdat zij menen dat die andere advocaten voor de verkeerde cliënten optreden. Omdat zij vinden dat die cliënten en die zaken niet deugen.
We stuiten hier op aloude misvattingen. De advocaat die wordt vereenzelvigd met zijn cliënt. Het pleidooi van de advocaat dat wordt beschouwd als een steunbetuiging aan het gedrag waarvoor de cliënt terecht staat. De klassieke uitspraak van Max Moszkowicz Sr – “ik verdedig niet de daad, maar de dader” – lijkt te zijn weggezakt of wordt niet meer begrepen.
Cliënten uit de fossiele industrie kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor milieuvervuiling. Wellicht is de cliënt buiten het kader van zijn vergunning getreden, wellicht heeft hij de wet overtreden. De advocaat zal ervoor zorgen dat de cliënt zijn (verdedigings)rechten kan uitoefenen. Daarmee vervult de advocaat zijn kerntaak. Doet hij dat goed, dan deugt hij. Het oordeel of zijn cliënt zich wel of niet aan de regels heeft gehouden is aan de rechter.
Advocaten zijn geen rechters. Advocaten die uitdragen dat cliënten uit de fossiele industrie hoe dan ook schuldig zijn en geen aanspraak zouden mogen maken op advocatenbijstand, zijn kennelijk vergeten wat artikel 6 EVRM zegt over de onschuldpresumptie en de verdedigingsrechten.
Een advocaat die denkt te deugen door een bepaald soort cliënten te weigeren, mag dat voor zichzelf beslissen. Voor zichzelf, maar niet voor een ander. Wie publiekelijk de boodschap uitdraagt dat advocaten die cliënten uit de fossiele industrie blijven bijstaan niet deugen, is gevaarlijk bezig. Het uitsluiten van categorieën cliënten past niet in een rechtsstaat. Een oproep aan advocaten om dat wel te doen, is een ronduit dubieuze actie.