Gebrekkige informatievoorziening aan de ondernemingsraad bij overnamefinanciering: belangenafweging en beweegredenen

Article
NL Law

In deze bijdrage bespreekt Ea Visser de beschikkingen inzake Estro en PCM. Daarna gaat zij in op het politieke initiatief dat is genomen inzake de rechten van de OR bij private-equitytransacties en de reactie daarop. Ea bespreekt aan de hand van de Estro-zaak de relatie tussen de belangenafweging van het bestuur en de beweegredenen die moeten worden opgenomen in een adviesaanvraag volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Vervolgens gaat zij in op de manier waarop partijen bij een overnamefinanciering de bevindingen uit de Estro-zaak kunnen toepassen in de praktijk.

Ea concludeert dat de zaken PCM en Estro de samenhang tussen een gebrekkige afweging van het vennootschapsbelang door het bestuur en een gebrekkig verlopen adviestraject bij de OR laten zien. Te vroeg starten met het adviestraject ten aanzien van de financiering kan tot gevolg hebben dat onjuiste of onvolledige informatie aan de OR wordt verstrekt. Als de belangenafweging niet (juist) wordt gemaakt, dan kunnen de beweegredenen voor het besluit bovendien niet aan de OR uiteengezet worden. Een bestuur dat een verkoop en bijbehorende financiering ziet als een fait accompli, kan het medezeggenschapstraject dus niet zorgvuldig vormgeven. Er wordt dan te veel geleund op informatie die van de koper komt, zonder zelf af te wegen wat dit voor de vennootschap betekent. In de politieke discussie is aan de orde gekomen of een OR wel voldoende rechten heeft. Een OR heeft op grond van de WOR een uitgebreid instrumentarium tot zijn beschikking. Dit raakt echter niet de kern. Wordt de OR onjuist geïnformeerd en/of op het verkeerde been gezet, dan heeft hij betrekkelijk weinig aan dat instrumentarium. Dat heeft niet te maken met onderbenutting van rechten of een weerbarstige materie die te moeilijk zou zijn. De OR kan wel degelijk kritische vragen stellen, zoals bij PCM ook gebeurde en op die manier eraan bijdragen dat het bestuur de rijdende trein laat stoppen op de halte belangenafweging. Het bestuur blijft echter altijd eindverantwoordelijk voor het medezeggenschapstraject en dient de OR volledig en juist te informeren. De spanning die bestaat met de tijdsdruk van een transactie kan worden opgelost door procesafspraken te maken en de OR mee te nemen in de besluitvorming, aldus Ea.

  • E.T. Visser, ‘Gebrekkige informatievoorziening aan de ondernemingsraad bij overnamefinanciering: belangenafweging en beweegredenen’, Ondernemingsrecht 2021/89