Biodiversiteitsverlies leidt tot financiële risico’s

Article
NL Law

De afname van biodiversiteit staat net als klimaatverandering hoog op de agenda in de financiële sector, omdat dit kan leiden tot financiële risico’s. Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen hebben voor honderden miljarden euro’s aan financieringen uitstaan waarop ze mogelijk risico’s lopen als gevolg van biodiversiteitsverlies.

Voor de financiële sector is het daarom van belang om de risico’s hiervan in beeld te brengen. Dat concluderen De Nederlandsche Bank (DNB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een gezamenlijk rapport: ‘Biodiversiteit en de financiële sector: een kruisbestuiving?’

Financiële risico’s

In het rapport wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten financiële risico’s die samenhangen met biodiversiteitsverlies. Ten eerste staan financiële instellingen bloot aan fysieke risico’s, indien zij bijvoorbeeld bedrijven financieren die voor hun productieprocessen afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van zogenaamde ecosysteemdiensten. Verlies of verstoring van deze ecodiensten kan de bedrijfscontinuïteit en daarmee de financiële positie in gevaar brengen. Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse financiële instellingen wereldwijd voor 510 miljard euro bedrijven hebben gefinancierd met een hoge of zeer hoge afhankelijkheid van één of meerdere ecosysteemdiensten. Een voorbeeld van ecosysteemdiensten is dierlijke bestuiving. Hoe minder insecten er zijn om gewassen te bestuiven, hoe groter de kans op problemen in de landbouw en daarmee risico’s voor financiële instellingen en beleggers. Uit het rapport blijkt dat de financiële sector voor EUR 28 miljard euro is blootgesteld aan bestuivingsafhankelijke producten.

Daarnaast lopen financiële instellingen transitierisico’s door nieuw overheidsbeleid of een verandering van consumentenvoorkeuren om de schade aan biodiversiteit te verminderen. In het onderzoek wordt de Nederlandse stikstofcrisis genoemd die is ontstaan na een gerechtelijke uitspraak. Dit kan significante impact hebben op het risicoprofiel van bedrijven met stikstof-uitstotende activiteiten. Uit het onderzoek blijkt dat drie grote Nederlandse banken voor 81 miljard euro aan leningen hebben verstrekt aan Nederlandse sectoren met stikstof-uitstotende activiteiten. Daarnaast kan een wereldwijde uitbreiding van beschermde natuurgebieden ertoe leiden dat bedrijfsactiviteiten niet langer kunnen plaatsvinden op bepaalde plekken. Nederlandse financiële instellingen hebben 28 miljard euro uitstaan bij bedrijven die in gebieden opereren die beschermd zijn of mogelijk nog beschermd gaan worden.

Een derde risico is dat financiële instellingen reputatieschade kunnen oplopen als zij bedrijven financieren die een negatieve impact hebben op biodiversiteit, bijvoorbeeld als gevolg van producten of activiteiten die gerelateerd zijn aan ontbossing of milieucontroverses. Dit kan leiden tot reputatieschade voor de betrokken bedrijven én financiële instellingen. Nederlandse financiële instellingen hebben wereldwijd voor EUR 96 miljard aan financiering uitstaan bij bedrijven waar sprake is van milieucontroverses en 97 miljard euro bij bedrijven die gerelateerd kunnen worden aan ontbossing.

Aanbevelingen

DNB en CPL doen in het rapport een beroep op beleidsmakers, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en wetenschappers om een internationaal raamwerk en een rapportagestandaard te ontwikkelen voor het meten van respectievelijk rapporteren over biodiversiteitsrisico’s.

Daarnaast bevelen zij banken, verzekeraars en pensioenfondsen aan om fysieke, transitie- en reputatierisico’s als gevolg van biodiversiteitsverlies inzichtelijk te maken en daarover te rapporteren.  

Tot slot wordt aan de financieel toezichthouders gevraagd om, bijvoorbeeld aan de hand van good practices, erop toe te zien dat financiële instellingen zo rapporteren dat inzicht wordt verkregen in hun risicoprofiel en weerbaarheid.

Plan van aanpak biodiversiteitsverlies

Vooruitlopend op het onderzoek van DNB en PBL publiceerde een groep van acht financiële instellingen vorige week een gezamenlijk paper met stappen die financiële instellingen kunnen zetten om de financiële risico’s die voortvloeien uit biodiversiteitsverlies te beheersen. Via case studies geven de instellingen concrete voorbeelden hoe zij zelf biodiversiteit hebben geïntegreerd in hun organisatie en activiteiten.

Het paper ‘Biodiversity; Opportunities & Risks for the Financial Sector’ is opgesteld door Actiam, APG, ASN Bank, a.s.r., FMO, Rabobank, Robeco en NWB Bank samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Erasmus Platform for Sustainable Value Creation. Deze partijen vormen een werkgroep die is opgericht onder het Platform voor Duurzame Financiering.

Bronnen:  DNB en Platform voor Duurzame Financiering