Mandatory disclosure-verplichtingen voor grensoverschrijdende constructies (‘DAC6’)

Article
NL Law
Expertise
Tax
Per 1 juli 2020 zijn intermediairs (en in sommige gevallen belastingplichtigen) gehouden om bepaalde potentieel fiscaal agressieve grensoverschrijdende constructies te melden bij de fiscale autoriteiten. Deze verplichting vloeit voort uit de Nederlandse implementatie van de EU-richtlijn inzake ‘mandatory disclosure’ (hierna: “DAC6”). Met DAC6 beoogt de Europese Commissie de internationale fiscale transparantie te bevorderen en ongewenste fiscale praktijken tegen te gaan.

Daarom voorziet DAC6 tevens in de uitwisseling van de gemelde informatie tussen EU-lidstaten. DAC6 heeft een potentieel ruime reikwijdte en kan daardoor ook relevant zijn bij reguliere, commerciële transacties. 

Welke grensoverschrijdende constructies moeten worden gemeld?

DAC6 schrijft een meldingsplicht voor bij grensoverschrijdende constructies die voldoen aan één (of meer) van de wezenskenmerken (hallmarks) die zijn opgenomen in de bijlage bij DAC6. Deze wezenskenmerken kunnen relevant zijn bij bijvoorbeeld grensoverschrijdende aftrekbare betalingen en bepaalde intra group herstructureringen. Voor sommige wezenskenmerken geldt daarnaast de zogenaamde main benefit test. Deze test houdt samengevat in of het belangrijkste voordeel (of een van de belangrijkste voordelen) dat redelijkerwijs te verwachten valt van een constructie het verkrijgen van een belastingvoordeel is. De open normen in de wezenskenmerken leiden ertoe dat mogelijk ook niet fiscaal-gedreven transacties onder omstandigheden zullen moeten worden gemeld.

Op wie rust de meldplicht?

De meldingsplicht ligt in beginsel bij intermediairs en zogenoemde hulpintermediairs, zoals belastingadviseurs, accountants, advocaten, notarissen, banken en trustkantoren. In specifieke gevallen verschuift de meldingsplicht naar de belastingplichtige, bijvoorbeeld als de betrokken intermediair zich beroept op een verschoningsrecht is of bij afwezigheid van een intermediair (zoals in het geval dat de constructie door een bedrijfsfiscalist van de belastingplichtige is bedacht). In sommige gevallen geldt een ontheffing van de meldingsplicht, bijvoorbeeld als dezelfde gegevens over de constructie reeds door een andere intermediair zijn gemeld.

Deadlines en uitstel vanwege COVID-19

De verplichtingen onder DAC6 gelden per 1 juli 2020 en de meldingstermijnen zijn relatief kort. Meldingsplichtige constructies moeten worden gerapporteerd binnen dertig kalenderdagen nadat de constructie voor implementatie beschikbaar is gesteld, gereed is voor implementatie of nadat de eerste stap van de implementatie is gezet. Daarnaast bevat DAC6 terugwerkende kracht. Ook grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap van implementatie is gezet tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020 zullen moeten worden gemeld (‘overgangsperiode’).

Vanwege COVID-19 is op Europees niveau overeenstemming bereikt over optioneel uitstel van zes maanden voor de administratieve verplichtingen die horen bij DAC6. De staatssecretaris van Financiën heeft op 26 juni 2020 aangegeven dat Nederland gebruik maakt van de uitstelmogelijkheid. Concreet betekent dit dat de deadlines voor DAC6-meldingen in Nederland met 6 maanden opschuiven. Als gevolg daarvan moeten bijvoorbeeld grensoverschrijdende constructies waarvan de implementatie is gestart in de overgangsperiode worden gemeld op uiterlijk 28 februari 2021 in plaats van 31 augustus 2020.

Wat zijn de sancties?

Aan de verplichtingen van DAC6 zijn substantiële sancties verbonden. Het niet-nakomen van de verplichtingen kan worden bestraft met een bestuurlijke boete (max €870.000) of met strafrechtelijke vervolging. Het hebben van een ‘pleitbaar standpunt’ staat aan boeteoplegging in de weg. De wetgever heeft aangegeven dat er terughoudend zal worden omgegaan met het opleggen van sancties ten aanzien van de overgangsperiode.

Praktische wenken

De meldingsverplichtingen van DAC6 kunnen ook van belang zijn voor de (niet-fiscale) praktijk. Er bestaat nog onduidelijkheid rondom de uitleg van de wezenskenmerken en de main benefit test. De Belastingdienst heeft op 30 juni 2020 een Leidraad gepubliceerd met toelichting. De Leidraad geeft ook voorbeelden van constructies die wel en niet hoeven te worden gemeld. Hoewel de Leidraad op een aantal punten verduidelijking biedt, is de potentiële reikwijdte van de wezenskenmerken nog niet uitgekristalliseerd. De Belastingdienst kan de Leidraad overigens gaan aanvullen met voorgelegde vragen en situaties. Wij houden de toekomstige ontwikkelingen dan ook nauwlettend in de gaten.