Waarom alcohol- en drugstesten niet verboden is op grond van de AVG

Article
NL Law
De Nederlandse privacy toezichthouder – de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) – gaf in maart dit jaar een informatieblad uit waarin het afnemen van alcohol-, drugs- en geneesmiddelentesten op de werkvloer in algemene zin verboden werd verklaard.

Goed werkgeverschap en regels betreffende veiligheid op de werkvloer – verplichtingen van de werkgever voortvloeiend uit de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet) – acht de AP onvoldoende specifiek. Deze stellingname doorkruist de arbeidsrechtelijke praktijk en jurisprudentie en veroorzaakte de nodige commotie in de markt, als eerste bij bedrijven waar werken onder invloed van alcohol of drugs grote risico's kan meebrengen voor de veiligheid van mensen, omgeving en milieu. De AP erkent dat werkgevers belang kunnen hebben bij testen en dat dit soms noodzakelijk kan zijn als veiligheid in het geding is, maar verwijst naar de wetgever. Daar heeft het onderwerp inmiddels de aandacht en reparatiewetgeving valt te verwachten.

Frederiek Fernhout en Judica Krikke menen echter dat de AP te strikt is in de leer. Ten eerste kan een testproces zo worden ingericht dat dit volledig buiten het kader van de AVG valt. Ten tweede is, ook als de AVG van toepassing is, geen sprake van een algemeen verbod op testen op alcohol en drugs op de werkvloer op grond van de AVG. Een zekere klem zit op dit moment in de uitvoeringswet (UAVG), maar ook die noopt niet tot een algehele ban op alcohol- en drugstesten.

Dit artikel is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Arbeidsrecht in Context 2019 2/3.

Lees de volledige publicatie.