De Kernenergiewet in vogelvlucht

Article
NL Law
Om invulling te geven aan haar plicht een bijdrage te leveren aan de mondiale klimaatopgave zoals neergelegd in het klimaatverdrag van Parijs heeft de Nederlandse overheid zichzelf verschillende klimaatdoelstellingen gesteld. Zo is het streven om in Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49% te verminderen ten opzichte van 1990.

In het kader van de haalbaarheid van deze en andere klimaatdoelstellingen is de aandacht voor kernenergie groot. Vanwege de reductie die kernenergie kan leveren aan broeikasgasuitstoot wordt kernenergie – net als in vroegere tijden overigens –gezien als mogelijkheid om bij te dragen aan een duurzamere samenleving. Deze hernieuwde aandacht voor kernenergie vormt aanleiding om eens nader te kijken naar de nucleaire regelgeving.

Hoewel ontwikkelingen op het vlak van kernenergieproductie in Nederland relatief beperkt zijn – sinds de buitenbedrijfstelling van de centrale in Dodewaard in 1997 is de kernenergiecentrale van N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ (beter bekend als EPZ) de enige operationele kerncentrale in Nederland – hebben de wet en regelgeving op dit vlak wel ontwikkeling doorgemaakt. Zo is er de relatief recente wijziging van het kernenergierecht ter omzetting en uitvoering van de Europese richtlijn inzake basisveiligheidsnormen voor stralingsbescherming en de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) als zelfstandig bestuursorgaan. Doorwerking van Europese regelgeving en herverdeling van taken en bevoegdheden hebben tot verschillende wijzigingen in de nationale wet- en regelgeving geleid. In dit artikel zullen wij stil staan bij deze wijzigingen. Gezien de beperkte aandacht die het kernenergierecht in het algemeen krijgt, grijpen wij dit artikel ook aan om het kernenergierecht in de bredere zin aan de orde te stellen. Relevant in dit kader is dat het kernenergierecht niet alleen centrales omvat waar kernenergie wordt opgewekt, maar de gehele Nederlandse nucleaire sector. Deze sector is relatief klein, maar gevarieerd. Naast de kerncentrale in Borssele zijn er twee onderzoeksreactoren in Petten (NRG) en Delft (TUD). De reactor in Petten produceert medische isotopen die het bedrijf Curium verwerkt tot medische producten. URENCO heeft in Almelo een verrijkingsfabriek waar naast verrijkt uranium verscheidene andere isotopen worden geproduceerd voor de medische en industriële sector. De Centrale Organisatie voor Radioactief afval (COVRA) in Borssele is de centrale faciliteit voor de opslag van al het Nederlandse radioactieve afval. Verder wordt er een grote verscheidenheid aan radioactieve bronnen en deeltjesversnellers gebruikt voor medische toepassingen, onderzoek en industriële doeleinden en vindt er vervoer van radioactieve stoffen en, al dan niet bestraalde, splijtstoffen plaats. Al deze aspecten worden omvat door het kernenergierecht. Het kernenergierecht is dan ook meer aanwezig dan men op het eerste gezicht wellicht zou denken.

Dit artikel is gepubliceerd in M en R 2019/2.

Lees de volledige publicatie