Begin 1900 werd het ontwerp voor de Wet op de arbeidsovereenkomst behandeld in de Tweede Kamer. Daar bleek dat er volgens bevreemding van vele leden te weinig aandacht was besteed aan de rechtspleging. Gevreesd werd dat te veel belemmeringen voor het aanspannen van de procedure tot gevolg zouden hebben dat werknemers zouden afzien van procederen. De gehele wet zou daardoor aan rechtskracht verliezen. Aan deze bezwaren werd tegemoetgekomen.
De geschiedenis herhaalt zich, want ook nu wordt het verzoekschrift verkozen boven de dagvaarding. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de Wet werk en zekerheid (Wwz) van 2015. Alle geschillen met betrekking tot het einde van de arbeidsovereenkomst dienen als gevolg van de Wwz door een verzoekschrift aan de kantonrechter te worden voorgelegd. Ook vorderingen die in een afzonderlijke procedure met een dagvaarding zouden moeten worden ingediend, kunnen als nevenverzoek in de ontslagprocedure worden betrokken. In dit artikel gaat Ea Visser in op de keuze voor het verzoekschrift.
- Klik hier voor het artikel E.T. Visser, ‘De dagvaarding versus het verzoekschrift: toen en nu’, Tijdschrift voor de Procespraktijk 2016/2, p. 25-26.