Uitsluiten transitievergoeding vóór AOW-leeftijd: Europeesrechtelijk gezien geen sinecure
In deze bijdrage van Emma van der Vos staan drie varianten van pensioenontslag centraal en de vraag of, met de kennis over het oordeel van de Hoge Raad, er toch sprake kan zijn van leeftijdsdiscriminatie bij het onthouden van de transitievergoeding. Zij gaat in op de volgende situaties:
- pensioenontslag in verband met of na het bereiken van de AOW-leeftijd;
- pensioenontslag na opnieuw aannemen van een AOW+’er; en
- pensioenontslag onder de AOW-leeftijd (op afgesproken lagere leeftijd).
In paragraaf 2 staan het wettelijk kader en de Hoge Raad-uitspraak van 20 april 2018 centraal en in paragraaf 3 gaat Emma van der Vos in op de verschillende pensioenontslagscenario’s. In paragraaf 4 wordt ingegaan op individuele toetsing en in paragraaf 5 wordt afgesloten met een conclusie. Er valt niet uit te sluiten dat het tweede deel van art. 7:673 lid 7 onder b BW als verboden leeftijdsdiscriminatie wordt beoordeeld. Het is ook goed mogelijk dat het doel wel als legitiem wordt bestempeld, maar dat op de werkgever (en daarmee de lidstaat) de zorgplicht rust de onthouding van de transitievergoeding niet excessief ingrijpend te laten werken op individuele werknemers. Zij ziet dan argumenten om in deze gevallen individueel te toetsen. Oftewel: bij een overeengekomen pensioenontslag onder de AOW-leeftijd, moet wellicht het ene pensioengat met de transitievergoeding worden gestopt.
- Klik hier voor dit artikel in ArbeidsRecht 2018/35.