Stukken onder derden geen 'op de zaak betrekking hebbende stukken'

Article
NL Law

Het leerstuk van de 'op de zaak betrekking hebbende stukken' staat momenteel volop in de belangstelling. De Hoge Raad heeft dit jaar al een aantal keer een nadere uitleg over dit leerstuk gegeven, namelijk in een arrest van 4 mei 2018 en drie arresten van 17 augustus 2018. In een uitspraak van 18 september 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2975 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) toepassing gegeven aan één van de recent door de Hoge Raad geformuleerde handvatten. In dit blog wordt dieper op die uitspraak ingegaan.

Onderzoek door een derde

De uitspraak van de CRvB van 18 september 2018 gaat over de intrekking van bijstand wegens het schenden van de inlichtingenverplichting. Het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten (college) heeft het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) een onderzoek laten instellen naar eventueel vermogen van appellanten in Turkije. Het IBF heeft het Bureau Attaché Sociale Zaken van de Nederlandse Ambassade te Ankara (Bureau Attaché) vervolgens verzocht dit onderzoek uit te voeren. Uit het onderzoek bleek dat twee appartementen op naam van appellante hebben gestaan. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het college appellanten verzocht om nadere gegevens over hun vermogen in Turkije te verstrekken. Nadat zij daar geen gehoor aan hadden gegeven, heeft het college de bijstand ingetrokken. Als gevolg van het schenden van de inlichtingenverplichting kan het recht op bijstand namelijk niet worden vastgesteld.

Verzoekschrift door en faxbericht aan een derde…

In verband met het onderzoek heeft het Bureau Attaché de afdeling OZB van een bepaalde gemeente door middel van een verzoekschrift verzocht om de onroerende zaken die behoren bij de op naam van appellante staande registraties door te geven. Na ontvangst van deze door de afdeling OZB per faxbericht aan Bureau Attaché toegezonden informatie heeft een vervolgonderzoek plaatsgevonden.

Appellanten betogen dat het verzoekschrift van Bureau Attaché aan de afdeling OZB en het door de afdeling OZB verstuurde faxbericht zich niet onder de gedingstukken bevinden. Deze stukken moeten volgens appellanten op grond van artikel 8:42 lid 1 Algemene wet bestuursrecht alsnog als 'op de zaak betrekking hebbende stukken' door het college ter beschikking worden gesteld.

geen op de zaak betrekking hebbende stukken

De CRvB volgt het betoog van appellanten niet. Het bestuursorgaan is volgens de CRvB namelijk niet gehouden alle stukken die op de betrokkene(n) van toepassing zijn aan de bestuursrechter te zenden, doch slechts die stukken die ter beschikking staan of hebben gestaan van het bestuursorgaan en die van belang kunnen zijn voor de beslechting van de (nog) bestaande geschilpunten. Tot de door het bestuursorgaan over te leggen stukken behoren niet stukken die zich bevinden onder derden en die niet aan het bestuursorgaan zijn verstrekt, ook al is dit bestuursorgaan bekend met het bestaan daarvan, aldus de CRvB. In dit geval stonden het verzoekschrift en de per faxbericht verzonden reactie daarop van de afdeling OZB niet ter beschikking van het college. Gelet hierop heeft het college niet verzuimd om alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de CRvB te zenden.

Interessant is dat de CRvB een verband legt met een arrest van de Hoge Raad van 4 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:672. In dat arrest heeft de Hoge Raad in een belastingzaak puntsgewijs uiteengezet welke stuken wel of juist niet tot 'de op de zaak betrekking hebbende stukken' behoren. Zie hierover een eerder Stibbeblogbericht. De Hoge Raad rekent tot 'de op de zaak betrekking hebbende stukken' onder meer de stukken die de Inspecteur ter raadpleging ter beschikking staan of hebben gestaan en die van belang kunnen zijn voor de beslechting van de (nog) bestaande geschilpunten. Het gaat nadrukkelijk dus niet om stukken die zich bij derden bevinden, aldus de Hoge Raad. In dat verband is volgens de Hoge Raad niet relevant of de inspecteur die laatste categorie stukken wel of niet kent.

Nadere rechtspraak andere hoogste bestuursrechters

Het is belangrijk om te constateren dat hoewel het arrest van de Hoge Raad van 4 mei 2018 over een fiscale kwestie gaat, die uitspraak wegens zijn voorlichtende karakter klaarblijkelijk ook betekenis heeft voor andere bestuursrechtelijke zaken, zoals in dit geval het sociale zekerheidsrecht. Het is nu wachten op rechtspraak waarin ook de andere hoogste bestuursrechters toepassing geven aan de door de Hoge Raad gegeven handvatten over het leerstuk van 'de op de zaak betrekking hebbende stukken'.