Overstromingen en vergunningen: hoe zit het nu juist?

Article
BE Law

Met de vaststelling van de zogenaamde watergevoelige openruimtegebieden (ook wel de "WORG") hoopt de Vlaamse regering een nieuwe stap te zetten richting in haar overstromingsbeleid. En hoe beter een grond tegen overstromingen beschermen dan er een (relatief) bouwverbod op te voorzien. Maar is het vooropgestelde bouwverbod in deze WORG wel een aardverschuiving? In deze post vergelijken we drie watergerelateerde instrumenten waarmee het vergunningverlenend bestuur rekening moet houden.   

1. De (gewone) watertoets

Wat?

  • Instrument dat onder meer de overstromingsgevoeligheid van een perceel betrekt in een vergunningsaanvraag;
  • Verplicht het vergunningverlenend bestuur uitdrukkelijk te motiveren waarom een bepaald plan of project al dan niet schadelijke effecten op de waterhuishouding zal veroorzaken en welke maatregelen (bijv. in de vorm van voorwaarden of planaanpassingen) er eventueel te nemen zijn om eventuele schade tegen te gaan dan wel te compenseren;
  • Indien desondanks maatregelen of compensatie toch een schadelijk effect te verwachten valt, kan het plan/project maar doorgang vinden indien hiervoor dwingende redenen van groot maatschappelijk belang voorhanden zijn (in dat geval legt de overheid gepaste voorwaarden op om het schadelijke effect zoveel mogelijk te beperken, of indien dit niet mogelijk is, te herstellen of te compenseren).

Voor wie van belang?

  • Geldt voor aanvragen voor elk voorgenomen plan of project, ongeacht de bestemming of praktische invulling ervan;
  • Zeker voor de effectief overstromingsgevoelige gebieden, die niet als signaalgebied zijn bestempeld, is de watertoets van belang.

Relevantie?

  • De watertoets is in de praktijk een niet te onderschatten element bij de vergunningverlening. Een gebrekkige watertoets is immers een one way ticket richting vernietiging van uw vergunning:

“De Raad oordeelt dat de verwerende partij, door te erkennen dat de werken die het voorwerp uitmaken van de bestreden beslissing een schadelijk effect kunnen hebben, terwijl nergens uit de bestreden beslissing blijkt dat er een watertoets werd uitgevoerd, dan wel of met de nodige zorgvuldigheid werd onderzocht welke de effecten op de waterhuishouding kunnen zijn, de bepalingen van artikel 8 §1 en 2 van het ‘DIWB’, artikel 2, §1, 1° lid, artikel 3, §1, 1° lid en artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, alsook de op haar rustende motiveringsplicht en het zorgvuldigheidsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, schendt.

Het eerste middel is gegrond" (RvVb 16 juni 2015, nr. A/2018/0374).

2. Signaalgebieden en verscherpte watertoets

Wat?

  • Signaalgebieden zijn “nog niet ontwikkelde gebieden met een harde gewestplanbestemming (woongebied, industriegebied,...) die ook een functie kunnen vervullen in de aanpak van wateroverlast omdat ze kunnen overstromen of omdat ze omwille van specifieke bodemeigenschappen als een natuurlijke spons fungeren”.

Signaalgebieden beogen het waterbergend vermogen van een nog niet aangesneden, maar ontwikkelbaar gebied te bewaren.

De bedoeling is dat de Vlaamse regering aan de signaalgebieden een zgn. ‘vervolgtraject’ koppelt. Zij heeft dit reeds voor 235 signaalgebieden gedaan. 

  • In dit vervolgtraject stippelt de overheid het ontwikkelingsperspectief van het signaalgebied gedetailleerder uit, en duidt zij aan welke overheid het initiatief moet nemen om dit perspectief door te voeren. In de praktijk kan dit neerkomen op:
  • een bouwverbod (de keuze voor een ‘bouwvrije opgave’), waarbij een nieuwe bestemming moet worden doorgevoerd; of
  • minder verregaand (want zonder bestemmingswijziging) een ‘verscherpte watertoets’: er kunnen in het kader van de watertoets bijkomende voorwaarden worden opgelegd. 
  • In afwachting van de concrete uitvoering van het vastgestelde vervolgtraject, geldt op het perceel in elk geval al de verscherpte watertoets: in de waterparagraaf moet de overheid, naast eerder beschreven elementen van de “gewone” watertoets, ook motiveren in hoeverre het plan of project in overeenstemming is met het vastgestelde vervolgtraject. Alleen als het plan of project het vastgestelde vervolgtraject niet hypothekeert, kan het besluit volgen dat er geen schadelijke effecten ontstaan op het watersysteem.

Voor wie van belang?

  • Enkel voor aanvragen op percelen die de Vlaamse regering als signaalgebied aangeduid heeft (zie hier voor een overzicht).

Relevantie?

  • Uit de reeds genomen beslissingen blijkt dat signaalgebieden meestal gepaard gaan met een “bouwvrije opgave”: het signaalgebied moet gevrijwaard blijven, en dus een nieuwe bestemming krijgen;
  • Echter:
  • signaalgebieden zijn momenteel geregeld door een omzendbrief LNE/2015/2, dus de wettelijke basis om maatregelen door te voeren blijft al bij al relatief zwak;
  • er is geen timing voorzien waarbinnen de bevoegde besturen het vervolgtraject (bijv. de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor het signaalgebied) voortzetten, dus weinig druk;
  • er bleek een decretale basis voor de bescherming van signaalgebieden nodig. Hier beogen de WORG aan tegemoet te komen.

3. Watergevoelige openruimtegebieden (“WORG”)

Wat?

  • WORG bouwen voort op de figuur van de signaalgebieden. In tegenstelling tot signaalgebieden, geldt er in WORG echter steeds een onmiddellijk bouwverbod. Enkel een beperkt aantal handelingen (namelijk in zoverre nodig of nuttig voor nevengeschikte functies van waterbeheer, natuurbehoud, bosbouw en landbouw) blijven nog toegelaten. Bovendien geldt een “verscherpte toets van goede ruimtelijke ordening”. Een overschrijding van de ruimtelijkeecologische draagkracht en de waterbeheersfunctie mag dan niet meer.
  • Bij aanduiding van het gebied als WORG vervalt van rechtswege het onbebouwde deel of de onbebouwde delen van een nietvervallen verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden die binnen de perimeter van dat gebied liggen.
  • Definitief verleende stedenbouwkundige vergunning en vergund geachte handelingen zullen standhouden, maar de vergunde woningen of gebouwen krijgen het statuut van zonevreemdheid, en de daaraan gekoppelde basisrechten.
  • Er is een bijzondere schadevergoedingsregeling voorzien analoog aan de planschadevergoeding voor eigenaars van percelen die een eigendomsontwaarding of inkomstenverlies ondergaan door de aanduiding als WORG.
  • De Vlaamse Regering kan hangende de procedure of uiterlijk binnen het jaar na de veroordeling tot vergoeding beslissen om de aanduiding als WORG geheel of gedeeltelijk op te heffen. De gronden krijgen dan de oorspronkelijke bestemming terug.

Voor wie van belang?

  • Enkel voor aanvragen op percelen die de Vlaamse regering op als WORG aanduidt:
  • de aanduiding zal geen nadere voorschriften omvatten, enkel een kaart;
  • het hele aanduidingsproces is nog maar pas van start gegaan: momenteel loopt het openbaar onderzoek over het plan-MER van het plan over de WORG (zie hier de lijst met alle gemeentes waar dit openbaar onderzoek loopt);
  • de documenten bij dit openbaar onderzoek geven al een eerste indicatie waar de WORG wellicht zullen worden voorzien. Niet uit te sluiten is dat er na dit openbaar onderzoek nog gebieden bijkomen of afvallen.

Relevantie?

  • Het valt te verwachten dat de WORG een positieve impact zullen hebben op het overstromingsbeleid binnen Vlaanderen. De WORG beogen ook mee open ruimte te behouden en het ruimtelijk rendement te optimaliseren. Daardoor dragen zij bij aan de aangekondigde betonstop;
  • Het exacte tijdstip van definitieve vaststelling van de WORG, is nog onbekend. Er is nog een heel planproces te doorlopen en het is wachten op het Instrumentendecreet;
  • Opgelet: indien u liever niet heeft dat uw gebied als WORG wordt aangeduid, maakt u best al gebruik van uw inspraakrecht tijdens het openbaar onderzoek dat voor de plan-MER loopt.

Contacteer ons gerust in geval van verdere vragen.

Dit artikel is mede geschreven door Emma Holleman in haar hoedanigheid van medewerker bij Stibbe. Ook dank aan onze zomerstagiaire, Linde Boekaerts, voor haar bijdrage aan deze blogpost!