In de situatie die aan de orde is in een arrest van het Hof Amsterdam werft en selecteert de doorlener de werknemers, neemt een payrollbedrijf deze werknemers in dienst en worden zij vervolgens op basis van door de doorlener met het payrollbedrijf en met opdrachtgevers gesloten overeenkomsten ter beschikking gesteld aan die opdrachtgevers.
Of bij doorlening sprake is van een uitzendovereenkomst en wie daarbij als derde ex artikel 7:690 BW geldt, heeft gevolgen voor het antwoord op vragen als welk loon en overige vergoedingen aan de werknemer moeten worden betaald, of het verlichte ontslagregime bij uitzending van toepassing is en of premies moeten worden afgedragen aan het verplichtgestelde pensioenfonds (en andere sociale fondsen) in de uitzendbranche.
In deze bijdrage (JAR 2017/267) wordt de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam geannoteerd.