In het omgevingsrecht wordt als uitgangspunt gehanteerd dat als regelgeving wordt overtreden in beginsel handhavend moet worden opgetreden.
Dit is de beginselplicht tot handhaving. De Afdeling oordeelt niet vaak dat een uitzondering op deze plicht gemaakt mag worden. Daarom wijzen wij op de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:455).
In deze uitspraak oordeelt de Afdeling dat omdat de overtreding slechts bestaat uit twee beperkte afwijkingen van de bouwvergunning, het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het treffen van handhavingsmaatregelen ten aanzien van de afwijkingen van de bouwvergunning in dit geval zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden behoort te worden afgezien. Hierbij acht de Afdeling van belang dat de afwijkingen van de bouwvergunning met het blote oog in het vrije veld nauwelijks waarneembaar zijn en dat niet is gebleken dat de belangen van derden door de afwijkingen worden geschaad. Ook wordt in aanmerking genomen dat de woning en bedrijfsruimte al geruime tijd geleden zijn gebouwd. Ten slotte acht de Afdeling van belang dat handhavend optreden ingrijpende gevolgen zou hebben, omdat dit zou betekenen dat de woning verplaatst zou moeten worden.