Het Haagse Hof heeft vorig jaar een arrest gewezen dat ophef in de arbeidsrechtpraktijk heeft veroorzaakt.
Het hof besliste dat snelheidsboetes als gevolg van verkeersovertredingen tijdens werktijd onder bepaalde voorwaarden voor rekening van de werkgever komen. Omdat het arrest nieuwe aanknopingspunten biedt voor de vraag wanneer sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, maar tegelijkertijd een aantal vragen openlaat, is het raadzaam om het arrest van het hof en de arbeidsrechtelijke gevolgen ervan onder de loep te nemen.
Klik hier voor dit artikel in ArbeidsRecht 2007/17.