De vraag of het leerstuk van opvolgend werkgeverschap ex artikel 7:668a lid 2 BW wel of niet van toepassing is na faillissement is recentelijk bevestigend beantwoord door de Hoge Raad in zijn arrest van 14 juli 2006, JAR 2006/190.
Daarmee maakt de Hoge Raad een einde aan een jarenlange discussie in de literatuur. Ook de lagere rechtspraak van de afgelopen jaren gaf geen duidelijkheid over de toepasselijkheid van artikel 7:668a lid 2 BW na faillissement. De oorzaak voor deze verdeeldheid was o.a. gelegen in de gedachte dat toepassing van artikel 7:668a lid 2 BW op gespannen voet zou staan met de uitsluiting van de bepalingen m.b.t. overgang van onderneming ex artikel 7:666 BW.
In deze bijdrage worden de gevolgen van het arrest nader belicht tegen de achtergrond van de literatuur en (lagere) rechtspraak van het afgelopen jaar. Daarbij wordt tevens ingegaan op de verhouding tussen artikel 7:668a lid 2 BW en de bepalingen van overgang van onderneming ex artikel 7:662 e.v. BW.
- Klik hier voor deze bijdrage van: A.M. Helstone, 'Actualiteiten ontslagrecht bij doorstart na faillissement', Arbeid Integraal nr. 4, 2006, p. 5-13.