De algemene vergadering en COVID-19

Article
NL Law

De uitbraak van het coronavirus stelt ons land voor enorme uitdagingen en heeft aanleiding gegeven tot overheidsmaatregelen die het dagelijks leven van alle Nederlanders verregaand beïnvloeden. Menig huiskamer is omgetoverd tot home-office, horecagelegenheden zijn gesloten en de vele zomerfestivals die ons land kent, kunnen voorlopig geen doorgang vinden. Maar de coronacrisis heeft ook gevolgen voor de organisatie van het belangrijkste evenement voor aandeelhouders van Nederlandse beursvennootschappen: de jaarlijkse algemene vergadering (AVA).

Hoewel samenkomsten die nodig zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van bedrijven tot maximaal 100 personen nog steeds zijn toegestaan, moet fysiek contact zoveel mogelijk worden beperkt om besmetting en verspreiding van COVID-19 te voorkomen. Het houden van een klassieke (fysieke) AVA, zeker bij bedrijven met een wijdverspreid aandeelhouderschap, lijkt daarom niet langer verantwoord. Dit stelde Nederlandse beursvennootschappen de afgelopen periode voor een lastige vraag: kan de geplande AVA doorgang vinden, en zo ja, in welke vorm? Veel opties waren er niet. De verplichte jaarlijkse AVA dient immers binnen zes maanden na het einde van het boekjaar plaats te vinden en een volledig virtuele AVA wordt door de wet nog niet gefaciliteerd. Met name die beursvennootschappen die hun AVA vroeg in het vergaderseizoen hadden gepland, zaten in een lastig parket toen het kabinet verdergaande overheidsmaatregelen afkondigde.

Enkele beursvennootschappen zagen zich genoodzaakt het besluit te nemen de AVA uit te stellen. Anderen lieten de AVA wel in fysieke vorm doorgaan, maar namen daarbij aanvullende maatregelen. Het werd aandeelhouders sterk afgeraden om naar de vergadering te komen onder de gelijktijdige oproep om gebruik te maken van de stemvolmacht met steminstructie aan een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld de notaris. Tevens werden faciliteiten ingericht waarbij aandeelhouders de mogelijkheid kregen om voorafgaand aan de AVA vragen te stellen en de AVA via een livestream konden volgen. Andere beursvennootschappen zijn overgegaan tot het houden van een zogenoemde hybride vergadering, soms zelfs nadat de AVA als een traditionele AVA was opgeroepen.

Het werd duidelijk dat de bestaande wetgeving geen of te weinig ruimte biedt om de praktische problemen ten gevolge van de coronacrisis op te lossen. De roep om tijdelijke aanvullende wettelijke voorzieningen en aanpassingen werd groter. De op 24 april 2020 in werking getreden Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid komt hieraan tegemoet (Noodwet). Naamloze vennootschappen krijgen hierin vier extra maanden, tot 31 oktober 2020, om een AVA te beleggen en de AVA kan – onder bepaalde voorwaarden – volledig online worden gehouden.

In deze bijdrage van Céline Groen, Sandra Rietveld en Lieke Stroeve staat het uitstellen van de AVA door beursvennootschappen centraal. Hoe werkt dit precies, welke (nieuwe) mogelijkheden biedt de Noodwet en wat betekent uitstel van de AVA voor bepaalde besluiten op de agenda? Zij gaan daarbij ook in op enkele ontwikkelingen met betrekking tot dividendvoorstellen, mede in het licht van het uitstellen van de AVA. Ook hebben zij een praktijkonderzoek gedaan onder 96 Nederlandse beursvennootschappen (AEX, AMX, ASCX en lokaal), genoteerd aan Euronext Amsterdam. Uit dit onderzoek blijkt dat tot de sluitingsdatum van deze bijdrage (30 april 2020) 20 vennootschappen hebben besloten de AVA uit te stellen (4 AEX, 5 AMX, 7 ASCX en 4 lokale vennootschappen).

Dit artikel is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht.

Lees de volledige publicatie