Digitale middelen in de strijd tegen Covid-19 in Nederland

Article
NL Law
In de strijd tegen Covid-19 wordt door de EU en haar lidstaten actief gekeken naar de mogelijkheden om digitale middelen in te zetten. Zo wordt onder meer gekeken naar de mogelijkheid van track & trace apps en het gebruik van mobiliteitsdata. In deze blog worden de meest recente ontwikkelingen besproken.

Track & trace apps

Verschillende landen binnen en buiten de EU hebben al mobiele apps ontwikkeld in het kader van Covid-19 bestrijding. In Nederland wordt nog aan een app gewerkt. Eind mei zijn de eerste conceptontwerpen en stukken van de broncode bekendgemaakt. Minister de Jonge verwacht dat de eerste testfase in de eerste twee weken van juni zal plaatsvinden. De invulling en het testen van de privacy- en veiligheidsvereisten kunnen dan ook worden afgerond. Het voornemen is dat in de laatste twee weken van juni praktijktests met de apps zullen worden gedaan. Momenteel wordt gekeken welke regio’s hiertoe bereid en geschikt zouden zijn. Na evaluatie van de testen verwacht de minister de Tweede Kamer een voorstel te kunnen doen over verdere stappen. De Minister had eerder aangegeven dat hij hoopte in juli een voorstel voor invoering te kunnen doen. In aanvulling op de informatie over de stand van zaken met betrekking tot de apps, kondigt Minister de Jonge in zijn brief van 3 juni jl. aan dat hij een wetsvoorstel voorbereidt om misbruik van de app door derden te verbieden en expliciet vast te leggen dat de GGD bij het bron- en contactonderzoek gebruik kan maken van digitale ondersteuning, zoals de app.  

Gebruik van mobiliteitsdata van telecomaanbieders

Eind mei is het wetsvoorstel “Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19” (het “Wetsvoorstel”) aan de Tweede Kamer toegezonden. Het Wetsvoorstel beoogt de benodigde wettelijke basis te bieden voor het verplichten van telecomaanbieders om mobiliteitsdata te delen met het CBS in verband met de bestrijding van het Covid-19 virus. Het Wetsvoorstel voegt een nieuw tijdelijk artikel 14.7 toe aan de Telecommunicatiewet op grond waarvan de Minister van EZK, in overeenstemming met de Minister van VWS, aanbieders van openbare mobiele telecommunicatienetwerken, die openbare mobiele telefoniediensten aanbieden, kunnen verplichten om bepaalde gegevens aan het CBS te verstrekken ten behoeve van het RIVM. Het CBS heeft de taak om de gegevens van de verschillende aanbieders samen te voegen en te bewerken voor het RIVM. Beide organisaties mogen de gegevens alleen verwerken en gebruiken in het kader van hun taken in de bestrijding van Covid-19.  

Volgens de Memorie van Toelichting (“MvT”) gaat het nadrukkelijk niet om het volgen van individuele personen. Ook worden niet de verkeers- en locatiegegevens zelf gedeeld, maar daarvan afgeleide informatie. De telecomaanbieder kan worden verplicht om het totaalaantal van personen en bezoekers (lees: mobiele apparaten verbonden met het netwerk) per uur in een bepaalde gemeente en hun afgeleide afkomst te verstrekken aan het CBS ten behoeve van het RIVM. Met afgeleide herkomst wordt bedoeld de gemeente waar een apparaat de afgelopen maand het grootste deel van de tijd verbonden is geweest, of, in het geval van buitenlandse nummers, het land of de regio van herkomst. Op basis van deze totaalaantallen kunnen verplaatsingen van groepen personen binnen Nederland in kaart worden gebracht. Om de privacy van personen te waarborgen wordt er geen informatie verstrekt over totaalaantallen met dezelfde afgeleide afkomst die kleiner zijn dan 15. Hiermee wordt naar het oordeel van de regering individuele herleidbaarheid voorkomen.

De gedachte achter het Wetsvoorstel is dat het RIVM de gegevens nodig heeft om de effectiviteit van de overheidsmaatregelen tegen Covid-19 te toetsen en bij toename van het aantal besmettingen sneller kan handelen. De MvT noemt als voorbeeld dat er op een bepaald tijdstip op een zaterdagmiddag meer bezoekers dan normaal aanwezig zijn in Roosendaal die afkomstig zijn uit Bergen op Zoom. Het RIVM kan dan een signaal afgeven aan de GGD in Roosendaal dat er in het geval van besmetting een verhoogde kans op transmissie naar Bergen op Zoom bestaat. Op deze manier kan er “regionaal maatwerk” worden geleverd. Ook meer in het algemeen is de data bruikbaar om inzicht te verkrijgen in toenemende drukte en mogelijke knelpunten als gevolg van de versoepelingen van de maatregelen.

Het Wetsvoorstel voorziet in een tijdelijke maatregel van in beginsel één jaar na inwerkingtreding. De duur van de regeling kan wel worden verlengd. Ook zal de Minister van EZK, in overeenstemming met de Minister van VWS, 6 maanden na het opleggen van een verplichting onder het wetsvoorstel, en voor zover van toepassing iedere 6 maanden daarna, de Tweede Kamer informeren over de doeltreffendheid van de informatieverstrekking.

Zowel de Autoriteit Persoonsgegevens (“AP”) als de Raad van State hebben advies uitgebracht over een eerdere versie van het Wetsvoorstel. Volgens de MvT zijn hun opmerkingen in het nieuwe Wetsvoorstel verwerkt. De AP was eerder kritisch op het voorstel en heeft aangegeven goed na te gaan of het nu wel voldoet.

Voor meer informatie, zie: 

Kamerstukken

19.05.2020, Brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Infectieziektenbestrijding) (Kamerstukken II,  2019-2020, 25295, nr. 351)

Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport Tijdelijke bepaling in verband met de informatieverstrekking aan het RIVM bij de bestrijding het novel coronavirus (2019-nCoV) (Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19); Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport; (Kamerstukken II 2019-2020, 35479, nr. 4)

Memorie van toelichting Tijdelijke bepaling in verband met de informatieverstrekking aan het RIVM bij de bestrijding het novel coronavirus (2019-nCoV) (Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19); Memorie van toelichting (Kamerstukken II 2019-2020, 35479, nr. 3)

Voorstel van wet, Tijdelijke bepaling in verband met de informatieverstrekking aan het RIVM bij de bestrijding het novel coronavirus (2019-nCoV) (Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19); Voorstel van wet; (Kamerstukken II, 2019-2020, 35479, nr. 2)

Koninklijke boodschap, Tijdelijke bepaling in verband met de informatieverstrekking aan het RIVM bij de bestrijding het novel coronavirus (2019-nCoV) (Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19); Koninklijke boodschap (Kamerstukken II, 2019-2020, 35479, nr. 1)

03.06.2020, Brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Covid Update stand van Zaken, 1698039-205892-PG, www.tweedekamer.nl

 

AP

29.05.2020, AP beoordeelt tijdelijke wet telecomdata op waarborgen privacy

Wetgevingsadvies / 19 mei 2020 Advies telecomdata corona