Initiatiefwetsvoorstel zorgplicht kinderarbeid aangenomen door de Eerste Kamer

Article
NL Law

Op 14 mei 2019 is het initiatiefwetsvoorstel Wet zorgplicht kinderarbeid door de Eerste Kamer aangenomen.

Vanaf het tijdstip dat deze wet ingaat, geldt voor elke onderneming die aan Nederlandse eindgebruikers goederen verkoopt of diensten levert dat gepaste zorgvuldigheid moet worden betracht om te voorkomen dat die goederen en/of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Hoewel de initiatiefneemster heeft aangekondigd dat de wet vermoedelijk niet voor 2022 in werking zal treden, dienen ondernemingen al rekening te houden met de nieuwe regeling vanaf het moment van publicatie van de wet in het Staatsblad.

Het wetsvoorstel voorziet in de invoering van een zorgplicht, die moet voorkomen dat Nederlandse producten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Ondernemingen geven invulling aan deze zorgplicht door middel van een verklaring waarin zij mededelen dat zij 'gepaste zorgvuldigheid' betrachten. Die verklaring wordt ingediend bij de toezichthouder. Het is nog niet duidelijk wie de toezichthouder gaat worden. Dit zal worden geregeld in een nadere regeling. Een onderneming betracht gepaste zorgvuldigheid wanneer zij onderzoek doet of er een redelijk vermoeden bestaat dat de te leveren goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Indien er een redelijk vermoeden bestaat, dient een plan van aanpak te worden vastgesteld en uitgevoerd. In een nadere regeling zullen nog eisen worden gesteld aan het onderzoek en het plan van aanpak. Als na een onderbouwde klacht en daaropvolgende beoordeling blijkt dat de onderneming zijn verplichtingen onvoldoende nakomt, kan de toezichthouder een aanwijzing geven. Als die aanwijzing onvoldoende wordt opgevolgd, kan de toezichthouder een boete opleggen. Bestuurders van ondernemingen die meerdere keren beboet zijn, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd.

De initiatiefneemster van dit wetsvoorstel, Mw. Kuiken, verwacht dat de wet niet voor 2022 in werking zal treden. Bij Amendement is een overgangsregeling in het wetsvoorstel opgenomen. Deze overgangsregeling brengt mee dat de wet niet van toepassing zal zijn op de levering van goederen of diensten waarvan de verplichting daartoe is aangegaan voor de datum waarop de wet in het Staatsblad is gepubliceerd. Begrijpen we de bepaling goed dan betekent dit echter ook dat wanneer ondernemingen verplichtingen aangaan na deze publicatiedatum, zij al op enige manier rekening zullen moeten houden met de gevolgen van deze wet, ondanks dat deze formeel nog niet in werking is getreden. Indien er meer duidelijkheid is ten aanzien van de lagere regelgeving, zullen wij hierover nader berichten.

De periode tot inwerkingtreding zal worden gebruikt voor publicatie van de wet in het Staatsblad en het opstellen van de nadere regelgeving. Deze nadere regels zullen worden voorgelegd aan beide Kamers. Daarnaast vindt momenteel een evaluatie van de bestaande IMVO-convenanten plaats. Kinderarbeid is één van de thema’s die terugkomen in deze convenanten. Volgens de initiatiefnemer kan de wet de IMVO-convenanten versterken doordat bedrijven die deelnemen aan een IMVO-convenant zich al hebben gecommitteerd aan de in de regeling gevraagde gepaste zorgvuldigheid. De uitkomsten van deze evaluatie zullen worden meegenomen in de vormgeving van de nadere regeling.

Voor meer informatie over het wetsvoorstel verwijzen wij ook naar onze Corporate Alerts van 12 juli 2018, 18 januari 2018 en 22 mei 2017 en onze Stibbeblog van 22 mei 2017.