De Hoge Raad heeft zich in zijn uitspraak van 1 juni 2018 voor het eerst uitgelaten over de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo). In deze zaak staat het conflict van de Rabobank met een voormalig directeur over een overeengekomen vertrekregeling centraal.
In een annotatie bij deze uitspraak gaat Emma van der Vos in op het leerstuk van ambtshalve toetsing en de vervolgvraag of, en zo ja hoe de Wbfo doorwerkt in de rechtsverhouding van partijen, onder andere door na te gaan of de Wbfo van invloed kan zijn op een arbeidsrechtelijke vertrekvergoeding. Is de Wbfo zonder deze ambtshalve toetsing een dode letter of valt het wel mee?
Conclusie: geen ambtshalve toetsing volgens de Hoge Raad, maar wel handhaving door de financiële toezichthouder en via de publieke opinie. Verder is de Wbfo-norm over de maximale vertrekvergoeding mogelijk nog relevant bij de arbeidsrechtelijke vergoedingen. Kortom: de Wbfo wordt dan wel niet ambtshalve getoetst, maar is – om een aftands cliché te gebruiken – zeker niet tandeloos.