Annotatie: Handhaving Besluit bodemkwaliteit: geen bedrijfsmatige toepassing van grond, dus geen overtreding

Article
NL Law
Het college heeft [appellant], een natuurlijke persoon, aangeschreven als overtreder van art. 37 van het Bbk, gelezen in verbinding met art. 38 en 42 van het Bbk. De verplichtingen, genoemd in art. 38, eerste-vijfde lid, van het Bbk alsmede genoemd in art. 42, eerste lid, van het Bbk, gelden niet voor natuurlijke personen anders dan in de uitoefening van beroep of bedrijf.

 Naar het oordeel van de Afdeling heeft [appellant] als natuurlijke persoon grond toegepast op het perceel aan de Amsteldijk Zuid. Daarvoor acht de Afdeling van belang dat de grond is toegepast door natuurlijke personen – [appellant] en zijn zoon – bij de boerderij waarvan [appellant] als natuurlijke persoon eigenaar is. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college niet aannemelijk gemaakt dat de toepassing van grond bedrijfsmatig is geschied, dan wel in de uitoefening van een bedrijf. Dat [appellant] materieel van Agrimm heeft gebruikt om grond naar zijn perceel te transporteren, is onvoldoende om de conclusie van het college te kunnen dragen. Voor zover het college heeft gesteld dat grote hoeveelheden grond zijn toegepast, maakt dat niet dat [appellant] reeds daarom heeft gehandeld in de uitoefening van beroep of bedrijf aangezien de uitzondering in art. 38, zesde lid, van het Bbk en art. 42, achtste lid, van het Bbk niet is gerelateerd aan de hoeveelheid grond die ter plaatse wordt toegepast.

Klik hier voor de annotatie, BR 2018/37.